Hoogwaardige verlichting - de verlichtingssterkte

De factoren die het lichteffect beïnvloeden, zijn niet meer dan de volgende: verlichtingssterkte, helderheid, kleurweergave en schittering. Deze factoren zijn de sleutel tot een hoogwaardig lichteffect. Een redelijk verlichtingsniveau, binnen een bepaald bereik van verlichtingstoename, kan de visuele functie verbeteren.

Bij het bepalen van de benodigde verlichtingssterkte voor de verlichte omgeving, moet rekening worden gehouden met de grootte van het waargenomen object en de mate van contrast met de achtergrondhelderheid. Dit is nodig om te voldoen aan de basisvereisten voor een gelijkmatige en redelijke verlichting. Voor binnenverlichting is het niet zo dat hoe beter de verlichtingssterkte is, hoe gelijkmatiger de verlichtingssterkte, hoe beter de sfeer in de ruimte kan zijn. Een passende verandering in verlichtingssterkte kan de sfeer in de ruimte verbeteren en de esthetische smaak van de persoon verbeteren.

1

Over het ontwerp van de binnenverlichtingsverhouding:

De gelijkmatigheid van binnenverlichting verwijst naar de verhouding tussen de minimale verlichtingsgraad en de gemiddelde verlichtingsgraad, die doorgaans minimaal 0,7 bedraagt. De verlichting in niet-werkruimten mag niet minder zijn dan 1/3 van de verlichting in werkruimten. De gemiddelde verlichtingswaarden van aangrenzende ruimtes mogen niet meer dan 5 keer zo hoog zijn.

Wetenschappelijke helderheidsverdeling

Helderheid verwijst naar de luminescentie-intensiteit in het geprojecteerde oppervlak van de zichtlijn, in cd/m². Het vertegenwoordigt de intuïtieve visuele perceptie van de helderheid van een object. De helderheidsverdeling van binnenverlichting wordt bepaald door de lichtverdeling en de oppervlaktereflectieverhouding.

Bij het ontwerp van de binnenverlichting moet aandacht worden besteed aan de juiste lichtsterkteverdeling. Een te sterk variërende lichtsterkteverdeling kan over het algemeen het zicht belemmeren en onaangename schittering veroorzaken.

Over het algemeen accepteren de ogen zes niveaus van helderheidsverdeling, als volgt:

2

Maar op dezelfde plek kunnen de ogen van mensen niet drie niveaus overspannen. Er zijn twee verschillende fotoreceptorsystemen in het menselijk netvlies, namelijk helderziendheid en donkerziendheid.

Het oog kan de helderheidsveranderingen van de buitenwereld goed waarnemen door de kegelcellen en de zuilvormige cellen op de juiste manier aan te passen. Dit fenomeen wordt 'helderheidsadaptatie' genoemd.

Bij het lichtontwerp moeten we ook rekening houden met de invloed van licht en schaduw. Zo is de hotelgang een verbinding met de doorgang van de lobby en de gastenkamers. Er moet zacht, gedempt licht worden neergezet, zodat gasten zich kunnen voorbereiden op de visuele overgang.

Bij het ontwerpen van commerciële winkels moeten we er ook op letten dat alle binnenlampen overdag branden, om enerzijds het 'aquariumeffect' te voorkomen en anderzijds om ervoor te zorgen dat de gasten zich goed kunnen aanpassen aan de licht- en schaduwomgeving.


Plaatsingstijd: 02-09-2022